Gepubliceerd in het Naarden & Bussums Nieuws
Tips voor een goed bijenhotel
Bij het woord ‘bijen’ denken mensen meestal vooral aan honingbijen. Maar die beslaan slechts een klein deel van het totale bijenbestand. Bovendien wordt er vaak goed voor gezorgd door imkers. Solitair levende, inheemse wilde bijen hebben het veel moeilijker. Zij maken hun nestjes graag in dood hout (en leem en zand). Van dat eerste is steeds minder beschikbaar. Prima idee dus om een bijenhotel te bouwen, of een echt goede te kopen. De rosse metselbij, tuinbladsnijder en hun vele soortgenoten zullen je dankbaar zijn. Maar ook andere insecten zul je hiermee gaan aantrekken waardoor er een levendig ecosysteem ontstaat.
Kinderkamers
De wilde bijenvrouwtjes doen na de bevruchting alles in hun eentje. Ze creëren een kinderkamertje, leggen daarin een eitje en laten een voorraadje stuifmeel achter, metselen een tussenwandje, en doen hetzelfde opnieuw, en opnieuw. Een aantal van hen heeft daar holle stengels voor nodig, zoals die van bamboe of riet. Hier komt het bijenhotel in beeld.
Zachte merg
De basis daarvoor is vaak een houten kast(je) waarin een flinke hoeveelheid van die holle stengels met verschillende diameters is verzameld, van drie tot maximaal acht millimeter. Want elke bijensoort heeft een andere maat, en de kleinste zijn piepklein. De zoemertjes knagen zelf gangen in het zachte merg waarmee de riet- of bamboestengels gevuld zijn.
Gladde gangen
Wat ook kan, is gevarieerde gaten boren in een stuk (of stukjes) hard hout, zoals dat van een beuk, eik of es. Die boorgaten moeten tegen de vezelrichting in gemaakt zijn. Dan krijg je gladde openingen en gangen, zonder rafels of splinters, die niet snel scheuren bovendien. Zo hebben bijen, met hun tere vleugeltjes, hun behuizing graag. Hoe meer variatie in de nestgelegenheden, hoe meer verschillende soorten gasten het onderkomen zal huisvesten. Wel geldt hoe dieper hoe meer cellen met eitjes ze kunnen bouwen. Een gang van 10 cm zorgt er voor dat een specht er niet makkelijk bij komt. Voor een steek hoef je trouwens niet bang te zijn; de angel van wilde bijtjes is te klein om ons te kunnen schaden.
Bloemenzee
Belangrijk bij alle gangetjes is dat de achterkant dicht is. En dat het hotel op een zonnige plek staat, uit de wind, beschut onder een afdakje tegen regen (om schimmelvorming te voorkomen) en in de buurt van voldoende voedsel. Met een bloemenzee vol inheemse bloeiers als klokjes, longkruid en wilde marjolein voor de deur zou je bijenhotel zomaar eens snel volgeboekt kunnen zijn.
Meer informatie:
altijdwerkplaats.nl/groenloket
duurzaam.gooisemeren.nl
bestuivers.nl/bijenhotels
https://www.instagram.com/vlindertuinmotinmokum
Bron foto’s: Fabian Schulting (foto-fabian.nl) (gebruik van foto’s zonder toestemming is niet toegestaan)
Dit artikel is onderdeel van een reeks over hoe inwoners van gemeente Gooise Meren kunnen bijdragen aan een duurzamere gemeenschap. De artikelen worden aangeboden door het GreenTeam van de AltijdWerkplaats in samenwerking met de gemeente Gooise Meren. De AltijdWerkplaats streeft naar werk – áltijd voor iedereen. Ieders unieke bijdrage wordt vooral duurzaam, groen en sociaal ingezet, waarbij speciale aandacht uitgaat naar het stimuleren van de biodiversiteit. Wilt u persoonlijk advies over groene initiatieven in de buurt of hoe je als inwoner bij kan dragen aan het herstel van de natuur of het vergroten van de biodiversiteit? Stuur een e-mail naar het Groenloket via groenloket@altijdwerkplaats.nl, of kom bij ons langs bij de Groene Ruijter (GRRU) op de Ruijterlaan 24a in Bussum. Iedere dinsdag van 9 tot 13 is het Groenloket geopend.